Een negatief zelfbeeld (vroeger werd dit ook wel een minderwaardigheidscomplex genoemd) wil zeggen dat iemand zichzelf negatief beoordeelt. Dit kan een specifieke eigenschap zijn die betrekking heeft op innerlijk of uiterlijk (bv “Ik ben saai.” of “Ik ben dik.”), maar kan ook slaan op de persoon als geheel (“Ik ben waardeloos.”).
Een zelfbeeld kan realistisch zijn of niet. Iemand van 200 kilo die zichzelf dik vindt, iemand die zijn kind vaak slaat en zichzelf een slechte vader vindt; deze zelfbeelden zijn weliswaar negatief, maar wellicht ook realistisch. Wanneer iemand hier geen last meer van wil hebben zou je deze persoon eerder aanraden om zijn gedrag te veranderen, dan om te werken aan zijn zelfbeeld.
Anders is het bijvoorbeeld, wanneer iemand veel vrienden heeft, prettig in de omgang is, een leuke baan heeft, maar zichzelf een loser voelt. Dan is er sprake van een irreëel negatief zelfbeeld. Een gevoel van minderwaardigheid heeft vaak invloed op hoe je je gedraagt. Sommige mensen trekken zich terug, anderen zullen eerder geneigd zijn tot overcompenseren en gaan hoog van de toren blazen. De voortdurende vergelijking met anderen kan er toe leiden dat je de lat erg hoog legt voor jezelf. We zijn doorgaans vooral geneigd te letten op succesverhalen van anderen en worden hier ook dagelijks mee geconfronteerd in de media en zeker op social media. Dit kan leiden tot faalangst. Je gaat zaken dan uit de weg omdat je bang bent te falen. Deze spanning slokt veel van je aandacht op, waardoor je prestaties negatief beïnvloed worden.
Vaak ontstaat een negatief zelfbeeld als gevolg van een gebrek aan waardering, een kritische of onzekere ouder of pestervaringen in de voorgeschiedenis. Er is echter niet altijd een concrete oorzaak aan te wijzen.